Ondernemingsrecht 1999, 63
HR, 28-04-1999, nr. 31 958
HR 28-04-1999, ECLI:NL:HR:1999:AA2742, m.nt. H.G.M. Dijstelbloem
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
28 april 1999
- Zaaknummer
31 958
- Noot
H.G.M. Dijstelbloem
- LJN
AA2742
- JCDI
JCDI:ADS877988:1
- Vakgebied(en)
Ondernemingsrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1999:AA2742, Uitspraak, Hoge Raad, 28‑04‑1999
Essentie
Vennootschapsrecht; de sanctietermijn uit de 16e standaardvoorwaarde bij de fiscale eenheid
Uitspraak
Feiten
De 16e standaardvoorwaarde bij art. 15 Wet Vpb 1969 (fiscale eenheid) is gericht tegen het fiscaal geruisloos schuiven van vermogensbestanddelen binnen fiscale eenheid, waarna stille reserves — door vervreemding van aandelen in een dochtermaatschappij of anderszins — zonder heffing van vennootschapsbelasting te gelde worden gemaakt. De voorwaarde bevat een sanctie, bestaande uit een fiscale herwaardering van alle activa en passiva van de dochtermaatschappij onmiddellijk vóór de splitsing van de fiscale eenheid; ook een eventueel tot het vermogen van de dochtermaatschappij gerekende vervangingsreserve wordt aan ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.