Inhoudsopgave
JAR 1999, 74:HR, 05-03-1999, nr. R98/062HR
JAR 1999, 74
HR, 05-03-1999, nr. R98/062HR
Documentgegevens:
HR 05-03-1999, ECLI:NL:HR:1999:ZC2865
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
5 maart 1999
- Magistraten
Mrs Roelvink, Korthals Altes, Heemskerk, Herrmann en Fleers
- Zaaknummer
R98/062HR
- LJN
ZC2865
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Algemeen
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
Verbintenissenrecht / Algemeen
Arbeidsrecht / Einde arbeidsovereenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1999:ZC2865, Uitspraak, Hoge Raad, 05‑03‑1999
- Wetingang
BW art. 7:685
Samenvatting
Arbeidsovereenkomst; ontbinding; appelverbod; doorbreking?
Het enkele op ontoereikende gronden passeren van een bewijsaanbod valt niet aan te merken als een schending van zo fundamentele beginselen van behoorlijke rechtspleging dat geen sprake is van een eerlijke en onpartijdige behandeling en (daarmee) van doorbreking van het appelverbod van art. 7:685 BW.
(Ontleend aan NJ 1999, 676)
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.