NJ 1999, 383
Deelgenootschap; beheers- en procesbevoegdheid
HR 05-03-1999, ECLI:NL:HR:1999:ZC2868 (Bevoegdheid van erfgenamen tot procederen)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
5 maart 1999
- Magistraten
Korthals Altes, Van der Putt-Lauwers, Fleers
- Zaaknummer
16780
C97/259
- Conclusie
A-G Bakels
- LJN
ZC2868
- Roepnaam
Bevoegdheid van erfgenamen tot procederen
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Goederenrecht / Gemeenschap
Vermogensrecht (V)
Verbintenissenrecht / Aansprakelijkheid
Personen- en familierecht / Relatievermogensrecht
Verbintenissenrecht / Onrechtmatige daad
Erfrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1999:ZC2868, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 05‑03‑1999
- Wetingang
BW art. 3:171; BW art. 6:162
Essentie
Deelgenootschap; beheers- en procesbevoegdheid.
Vordering strekkende tot betaling van gevorderde bedragen aan deelgenoten in privé terwijl vordering aan boedel toekomt, niet toewijsbaar.
Samenvatting
Belastingadviseur executeert vonnissen, waarbij vader is veroordeeld ca. ƒ 175 000 aan hem te betalen. De kinderen van de vader, die door het overlijden van hun moeder medegerechtigd zijn geworden tot de huwelijksgemeenschap, vorderen terugbetaling, aanvoerende dat de executie onrechtmatig was. De rechtbank heeft de kinderen niet-ontvankelijk verklaard in hun vordering. In het, slechts door twee van de drie kinderen ingestelde hoger beroep, heeft het hof de vordering afgewezen, oordelend dat de appellanten betaling vorderen aan hen ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.