RvdW 1999, 27
Beëindiging arbeidsovereenkomst; instemming werknemer; misbruik van omstandigheden.
HR 05-02-1999, ECLI:NL:HR:1999:ZC2842 (Ameva/Van Venrooij)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
5 februari 1999
- Magistraten
Roelvink, Heemskerk, Herrmann, Van der Putt-Lauwers, De Savornin Lohman
- Zaaknummer
16789
C97/268
- Conclusie
A-G Strikwerda
- LJN
ZC2842
- Roepnaam
Ameva/Van Venrooij
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Algemeen
Vermogensrecht / Rechtshandelingen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1999:ZC2842, Uitspraak, Hoge Raad, 05‑02‑1999
- Wetingang
Essentie
Beëindiging arbeidsovereenkomst; instemming werknemer; misbruik van omstandigheden.
Van misbruik van omstandigheden zal met name dan sprake zijn indien werkgever wist of had moeten begrijpen dat werknemer door bijzondere omstandigheden bewogen werd tot het geven van instemming met beëindiging van arbeidsovereenkomst en de werkgever (desalniettemin) de instemming van de werknemer bevorderde terwijl hetgeen hij wist of had moeten begrijpen hem daarvan had behoren te weerhouden. Vordering gegrond op stelling dat overeenkomst vernietigd moet worden; geen uitdrukkelijke vordering tot vernietiging vereist. Geen nadeel vereist.
Samenvatting
Werknemer tekent verklaring waarbij hij instemde met beëindiging van de arbeidsovereenkomst. Nadat hij alsnog had ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.