NJ 1999, 4
Wet BOPZ; geneeskundige verklaring bij onvrijwillig verblijf; motivering.
HR 09-10-1998, ECLI:NL:HR:1998:ZC2730
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
9 oktober 1998
- Magistraten
Martens, Korthals Altes, Heemskerk, Van der Putt-Lauwers, De Savornin Lohman
- Zaaknummer
R98/113
- Conclusie
A-G Hartkamp
- LJN
ZC2730
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Gezondheidsrecht / Algemeen
Openbare orde en veiligheid / Bijzondere onderwerpen
Personen- en familierecht / Bescherming meerderjarige
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1998:ZC2730, Uitspraak, Hoge Raad, 09‑10‑1998
- Wetingang
Essentie
Wet BOPZ; geneeskundige verklaring bij onvrijwillig verblijf; motivering
Ingeval aan onvrijwillig verblijf een vrijwillig verblijf onmiddellijk is voorafgegaan, behoort een verklaring van de geneesheer-directeur te worden overgelegd.
Samenvatting
Een geneeskundige verklaring van een psychiater die betrokkene heeft onderzocht maar niet bij de behandeling betrokken was, was in beginsel voldoende, omdat verzoeker ten tijde van het instellen van voormelde vordering onvrijwillig, immers krachtens een door de burgemeester afgegeven last tot inbewaringstelling als bedoeld in art. 20 Wet BOPZ, in het Psychiatrisch Centrum verbleef (HR 9 sept. 1994, nr. 8537, NJ 1995, 124 en HR 30 ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.