NJ 1997, 719
Antilliaanse zaak / actie uit ongerechtvaardigde verrijking heeft geen subsidiair karakter / voldoende verband tussen verrijking en verarming
HR 27-06-1997, ECLI:NL:HR:1997:AG7249, m.nt. J. Hijma (Setz/Brunings)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
27 juni 1997
- Magistraten
Roelvink, Mijnssen, Korthals Altes, Herrmann, De Savornin Lohman
- Zaaknummer
8873
- Conclusie
A-G De Vries Lentsch-Kostense
- Noot
J. Hijma
- LJN
AG7249
- Roepnaam
Setz/Brunings
- JCDI
JCDI:ADS143076:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Verbintenissenrecht / Overige verbintenissen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1997:AG7249, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 27‑06‑1997
ECLI:NL:PHR:1997:6, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 16‑05‑1997
- Wetingang
BW art. 6:212
Essentie
Antilliaanse zaak. Actie uit ongerechtvaardigde verrijking heeft geen subsidiair karakter. Voldoende verband tussen verrijking en verarming.
Samenvatting
Eerste koper van perceel betaalt deel koopprijs slechts gedeeltelijk. Verkoper verkoopt en levert vervolgens aan tweede koper tegen de werkelijke waarde verminderd met het reeds door de eerste koper betaalde. Eerste koper spreekt tweede koper voor dat verschil aan met een verrijkingsactie.
In cassatie onbestreden is 's Hofs uitgangspunt dat naar het recht van de Nederlandse Antillen degene die ongerechtvaardigd is verrijkt ten koste van een ander verplicht is, voor zover dit redelijk is, diens schade te vergoeden tot het bedrag ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.