RvdW 1997, 139
HR, 06-06-1997, nr. 16312: Van Bommel/Ruijgrok
HR 06-06-1997, ECLI:NL:HR:1997:ZC2389 (Van Bommel/Ruijgrok)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
6 juni 1997
- Magistraten
Snijders, Mijnssen, Neleman, Herrmann, De Savornin Lohmann
- Zaaknummer
16312
- Conclusie
A-G Hartkamp
- LJN
ZC2389
- Roepnaam
Van Bommel/Ruijgrok
- Vakgebied(en)
Vermogensrecht (V)
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
Huurrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1997:ZC2389, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 06‑06‑1997
ECLI:NL:PHR:1997:8, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 28‑03‑1997
- Wetingang
BW art. 6:262; BW art. 6:265; BW art. 7A:1586; BW art. 7A:1588; NBW art. 7.4.2.5; NBW art. 7.4.2.7; NBW art. 7.4.3.12
Essentie
Huur woning. Opschortingsrecht en recht tot ontbinding van huurder m.b.t. huurbetaling i.v.m. gebreken gehuurde. Geen ingebrekestelling vereist, maar verplichting gebreken te melden; stelplicht en bewijslast.
Samenvatting
Uit de art. 7A:1586, aanhef en onder 2°, 1587 en 1588 BW vloeit voort dat de verhuurder niet alleen de verhuurde zaak in een goede staat van onderhoud dient te houden en alle noodzakelijke herstellingen heeft te verrichten, maar ook heeft in te staan voor alle gebreken van die zaak, die het gebruik daarvan geheel of in belangrijke mate verhinderen. Indien een zodanig gebrek tijdens de huurovereenkomst ontstaat, levert dit enkele feit een ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.