NJ 1998, 221
Wet BOPZ / motiveringsplicht rechter: niet in p-v motiveren maar in beschikking zelf
HR 16-05-1997, ECLI:NL:HR:1997:AG7233, m.nt. J. de Boer
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
16 mei 1997
- Magistraten
Snijders, Mijnssen, Korthals Altes, Herrmann, De Savornin Lohman
- Zaaknummer
8963
- Conclusie
A-G Asser
- Noot
J. de Boer
- LJN
AG7233
- JCDI
JCDI:ADS143779:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Gezondheidsrecht / Algemeen
Openbare orde en veiligheid / Bijzondere onderwerpen
Personen- en familierecht / Bescherming meerderjarige
Burgerlijk procesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1997:AG7233, Uitspraak, Hoge Raad, 16‑05‑1997
- Wetingang
Rv (oud) art. 429k; BOPZ art. 78
Essentie
Wet BOPZ. Motiveringsplicht rechter: niet in het p-v motiveren maar in de beschikking zelf.
Samenvatting
Een uitsluitend in algemene bewoordingen luidende motivering voldoet slechts aan de eis der wet indien uit de inhoud van de stukken, daaronder begrepen de processen-verbaal van de gehouden verhoren en de schriftelijke neerslag van de verkregen inlichtingen, zonder nadere redengeving begrijpelijk is wat de rechtbank voor ogen heeft gestaan en waarop zij zulks heeft gegrond (HR 4 okt. 1996 NJ 1997, 359, m.nt. JdB). Daarbij dient evenwel buiten beschouwing te blijven de weergave van de motivering die de rechter volgens ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.