NJ 1997, 662
Onrechtmatige daad bank jegens voormalige aandeelhouders gefinancierde vennootschap / vergoeding materiële en immateriële schade / geen gezag gewijsde
HR 02-05-1997, ECLI:NL:HR:1997:ZC2365, m.nt. J.M.M. Maeijer (Kip en Sloetjes,Kip e.a./Rabo Winterswijk)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
2 mei 1997
- Magistraten
Snijders, Korthals Altes, Neleman, Heemskerk, Jansen
- Zaaknummer
16249
- Conclusie
A-G Mok
- Noot
J.M.M. Maeijer
- LJN
ZC2365
- Roepnaam
Kip en Sloetjes
Kip e.a./Rabo Winterswijk
- JCDI
JCDI:ADS142621:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Verbintenissenrecht / Aansprakelijkheid
Verbintenissenrecht / Onrechtmatige daad
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1997:ZC2365, Uitspraak, Hoge Raad, 02‑05‑1997
- Wetingang
Rv (oud) art. 67; BW art. 6:162
Essentie
Onrechtmatige daad bank jegens voormalige aandeelhouders van gefinancierde vennootschap. Vergoeding van materiële en immateriële schade. Geen gezag van gewijsde.
Samenvatting
De grondslag van de vordering is van geheel andere aard dan in HR 2 dec. 1994, NJ 1995, 288 (Poot/ABP).
Het hof is uitgegaan van een onjuiste rechtsopvatting door niet het geheel van aan de bank verweten onrechtmatige gedragingen jegens eisers in onderlinge samenhang te onderzoeken, doch hun desbetreffende stellingen op te splitsen in gedragingen van de bank die — primair — het concern raakten, en gedragingen ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.