NJ 1997, 454
Onbevoegde vertegenwoordiging / schadevergoeding door pseudo-vertegenwoordiger / maatstaf schade
HR 28-03-1997, ECLI:NL:HR:1997:ZC2324 (Wisman/Trijber)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
28 maart 1997
- Magistraten
Martens, Mijnssen, Heemskerk, Jansen, De Savornin Lohman
- Zaaknummer
16232
- Conclusie
A-G De Vries Lentsch-Kostense
- LJN
ZC2324
- Roepnaam
Wisman/Trijber
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Vermogensrecht / Rechtshandelingen
Verbintenissenrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht / Schadevergoeding
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1997:ZC2324, Uitspraak, Hoge Raad, 28‑03‑1997
- Wetingang
Essentie
Onbevoegde vertegenwoordiging. Schadevergoeding door pseudo-vertegenwoordiger. Maatstaf schade.
Samenvatting
Ook onder het vóór 1 jan. 1992 geldende recht dient degeen die namens een andere persoon een overeenkomst sluit met een derde, voor zijn vertegenwoordigingsbevoegdheid in te staan, en brengt dit mee dat de schade die hij aan de derde dient te vergoeden, indien deze bevoegdheid ontbreekt, mede het voordeel omvat dat de niet tot stand gekomen overeenkomst voor de derde zou hebben meegebracht (het zogeheten positief contractsbelang).1
Partij(en)
Arend Epko Wisman, te Soest, eiser tot cassatie, adv. mr. A.W. Kist,
tegen
Rolf Louis Trijber, te Huizen, verweerder in cassatie, niet ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.