HR, 14-02-1997, nr. 8813

Documentgegevens:

HR 14-02-1997, ECLI:NL:HR:1997:ZC2280

Instantie: Hoge Raad
Datum: 14 februari 1997
Magistraten: Roelvink, Mijnssen, Korthals Altes, Heemskerk, Herrmann
Zaaknummer: 8813
Conclusie: A-G Hartkamp
LJN: ZC2280
Vakgebied(en): Bijzonder strafrecht / Verkeersstrafrecht
Goederenrecht / Algemeen
Vermogensrecht (V)
Burgerlijk procesrecht (V)
Goederenrecht / Verkrijging en verlies
Brondocumenten: ECLI:NL:HR:1997:ZC2280, Uitspraak, Hoge Raad, 14‑02‑1997
Wetingang: Statuut art. 23; Cassatiereg. Ned. Antillen en Aruba art. 1; BW (Aruba) art. 662; BW art. 3:94; BW art. 3:97; Rv (Aruba) art. 349; Rv art. 475h

Essentie

Arubaanse zaak. Eerdere cessie van toekomstige vorderingen prevaleert boven later beslag. Invloed van NBW; concordantiebeginsel.

Samenvatting

De in HR 10 januari 1992, NJ 1992, 744, aanvaarde regel — kort gezegd erop neerkomende dat een eerdere cessie van toekomstige vorderingen voorgaat boven een later beslag — geldt ook in het recht van Aruba. Die regel maakte reeds vóór 1 januari 1992 deel uit van het toen geldende Nederlandse vermogensrecht.

Indien al (wat niet juist is) het Nederlandse vermogensrecht zich op het in genoemd arrest besliste punt onder invloed van het ontworpen nieuwe vermogensrecht had ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.