NJ 1998, 489
Verhaal kosten opruimen aangespoelde zakjes landbouwgif / beperking aansprakelijkheid reder / ‘rechtsgeding’ in 11 eerste lid Verdrag beperking aansprakelijkheid maritime vorderingen
HR 20-12-1996, ECLI:NL:HR:1996:ZC2232, m.nt. M.H. Claringbould
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
20 december 1996
- Magistraten
Snijders, Korthals Altes, Neleman, Heemskerk, Herrmann
- Zaaknummer
[1996-12-20/SES_29335]
- Conclusie
A-G Strikwerda
- Noot
M.H. Claringbould
- LJN
ZC2232
- JCDI
JCDI:ADS142597:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Vervoersrecht (V)
Internationaal privaatrecht (V)
Burgerlijk procesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1996:ZC2232, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 20‑12‑1996
- Wetingang
Verdrag van Londen art. 11
Essentie
Verhaal kosten opruimen aangespoelde zakjes landbouwgif. Beperking aansprakelijkheid reder. ‘Rechtsgeding’ in de zin van art. 11 eerste lid Verdrag inzake beperking van aansprakelijkheid van maritieme vorderingen.
Samenvatting
Aan dat begrip rechtsgeding kan een ruime uitleg worden gegeven. Onder het aanhangig maken van een rechtsgeding in genoemde zin is dan ook tevens te begrijpen een verzoek tot het (mogen) treffen van rechtsmaatregelen door degene die pretendeert een voor beperking vatbare vordering te hebben, zoals bijvoorbeeld het verzoeken van verlof tot het leggen van conservatoir beslag met het oog op verhaal van die vordering of het verzoek tot het bevelen van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.