NJ 1997, 189
Echtscheiding/duurzame ontwrichting
HR 06-12-1996, ECLI:NL:HR:1996:ZC2222
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
6 december 1996
- Magistraten
Roelvink, Heemskerk, Jansen
- Zaaknummer
8828
- Conclusie
A-G Moltmaker
- LJN
ZC2222
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Personen- en familierecht / Huwelijk, relaties en echtscheiding
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1996:ZC2222, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 06‑12‑1996
ECLI:NL:PHR:1996:5, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 18‑10‑1996
- Wetingang
BW art. 1:151
Essentie
Echtscheiding. Duurzame ontwrichting.
Samenvatting
Als de eisende echtgenoot onder aanvoering van gronden stelt en blijft stellen dat hij, hoe ook, met de gedaagde echtgenoot niet meer kan samenleven, moet dit door de rechter worden opgevat als een zeer ernstige aanwijzing dat de toestand van ‘duurzame ontwrichting’ inderdaad bestaat.
Partij(en)
C., te U., verzoekster tot cassatie, adv. mr. J. Groen,
tegen
W., te H., verweerder in cassatie, niet verschenen.
Voorgaande uitspraak
Hof:
2. Het geschil in hoger beroep en de feiten en omstandigheden
2.1
Partijen zijn in 1953 gehuwd. De samenleving is sinds januari 1993 verbroken.
2.2
Bij de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.