NJ 1997, 357
Wet BOPZ / geen cassatieberoep van beslissing aangaande relatieve bevoegdheid rechtbank
HR 16-08-1996, ECLI:NL:HR:1996:ZC2123
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
16 augustus 1996
- Magistraten
Haak, Davids, Neleman, Herrmann, Koster, Asser
- Zaaknummer
8859
- LJN
ZC2123
- JCDI
JCDI:ADS143072:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Gezondheidsrecht / Algemeen
Openbare orde en veiligheid / Bijzondere onderwerpen
Personen- en familierecht / Bescherming meerderjarige
Burgerlijk procesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1996:ZC2123, Uitspraak, Hoge Raad, 16‑08‑1996
- Wetingang
Rv (oud) art. 157a; Rv (oud) art. 157b; Rv (oud) art. 429n; BOPZ art. 7
Essentie
Wet BOPZ. Geen cassatieberoep van beslissing aangaande relatieve bevoegdheid rechtbank.
Samenvatting
Ingevolge art. 78 Wet BOPZ zijn, behoudens voor zover bij deze wet een andere regeling is getroffen, in een geval als het onderhavige de regels betreffende de verzoekschriftprocedure, zoals vervat in art. 429a e.v. Rv van toepassing. Een redelijke, aan de eisen van een goede procesorde beantwoordende en met het stelsel van de wet verenigbare wetstoepassing brengt mee dat in een zodanige verzoekschriftprocedure het bepaalde in art. 157a en 157b van overeenkomstige toepassing is. Nu het hier gaat om een geval waarin de rechtbank zich ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.