NJ 1996, 538
Ambtshalve beoordeling ontvankelijkheid hoger beroep van vonnis kantonrechter / na cassatie appelvonnis geen grond voor analoge toepassing 340 Rv
HR 24-05-1996, ECLI:NL:HR:1996:ZC2077
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
24 mei 1996
- Magistraten
Snijders, Roelvink, Mijnssen, Neleman, Heemskerk, Vranken
- Zaaknummer
15948
- LJN
ZC2077
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Burgerlijk procesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1996:ZC2077, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 24‑05‑1996
- Wetingang
Rv (oud) art. 332; Rv (oud) art. 340; RO art. 38
Essentie
Ambtshalve beoordeling ontvankelijkheid hoger beroep van vonnis kantonrechter. Na cassatie appelvonnis geen grond voor analoge toepassing art. 340 Rv.
Samenvatting
De vraag of het in eerste aanleg gewezen vonnis vatbaar voor hoger beroep is, is van openbare orde en dient ambtshalve door de appelrechter te worden beoordeeld. Over schending van een wettelijke regel van appellabiliteit kan in cassatie worden geklaagd, ook door een partij die zich in appel niet op die regel heeft beroepen.
Hoge Raad verklaart na cassatie van het vonnis van de rechtbank de oorspronkelijke appellant alsnog niet-ontvankelijk in zijn hoger beroep. Geen grond ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.