NJ 1996, 408
Echtscheiding / geen misbruik bevoegdheid te appelleren van echtscheiding om te voorkomen dat omstreden alimentatieveroordeling ten uitvoer wordt gelegd
HR 15-03-1996, ECLI:NL:HR:1996:ZC2017
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
15 maart 1996
- Magistraten
Martens, Roelvink, Korthals Altes, Neleman, Nieuwenhuis, Vranken
- Zaaknummer
15858
- LJN
ZC2017
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Goederenrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht (V)
Personen- en familierecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1996:ZC2017, Uitspraak, Hoge Raad, 15‑03‑1996
- Wetingang
BW art. 3:13; Rv (oud) art. 332; Rv (oud) art. 820
Essentie
Echtscheiding. Geen misbruik bevoegdheid te appelleren van echtscheiding om te voorkomen dat omstreden alimentatieveroordeling ten uitvoer wordt gelegd.
Samenvatting
De aard van het rechtsmiddel van appel staat niet eraan in de weg dat het, zoals de man heeft gesteld te dezen te hebben gedaan, wordt gebezigd teneinde te bewerkstelligen dat tezelfdertijd wordt beslist op de vordering tot echtscheiding en die tot levensonderhoud (vgl. HR 26 febr. 1993, NJ 1993, 365). Het hof heeft klaarblijkelijk geoordeeld — en heeft ook zonder buiten de grenzen van de rechtsstrijd te treden kunnen oordelen — dat in het licht van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.