HR, 26-01-1996, nr. 15885

Documentgegevens:

HR 26-01-1996, ECLI:NL:HR:1996:ZC1974

Instantie: Hoge Raad
Datum: 26 januari 1996
Magistraten: Royer, Roelvink, Mijnssen, Korthals Altes, Swens-Donner
Zaaknummer: 15885
LJN: ZC1974
Vakgebied(en): Burgerlijk procesrecht (V)
Brondocumenten: ECLI:NL:HR:1996:ZC1974, Uitspraak, Hoge Raad, 26‑01‑1996
Wetingang: Rv art. 337; Rv art. 339

Essentie

Wanprestatie. Ontbinding. Cassatie; niet-ontvankelijkheid. Voorshands gegeven oordelen: geen bindende eindbeslissingen.

Samenvatting

Het cassatieberoep is niet ontvankelijk, nu uit het bestreden arrest blijkt dat het hof zich de mogelijkheid heeft willen voorbehouden om geheel of gedeeltelijk terug te komen van zijn beslissingen, en het daarbij bovendien een- en andermaal heeft aangegeven dat het slechts ‘voorshands’ tot zijn beslissingen is gekomen.

Partij(en)

1.: Christiaan Mol, te 's‑Gravenpolder, gemeente Borsele,
2.: Marinus Mol Participatie BV, te 's‑Gravenpolder, gemeente Borsele,
3.: Marinus Mol, te 's‑Gravenpolder, gemeente Borsele, eisers tot cassatie, adv. mr J.M. Barendrecht,

tegen

Meijer Beheer BV, te Kruiningen, gemeente Reimerswaal, ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.