NJ 1996, 360
Koopovereenkomst; wanprestatie; bewijslastverdeling / getuigenverhoor; motiveringsplicht in 212 lid 2 Rv niet op straffe van nietigheid voorgeschreven
HR 26-01-1996, ECLI:NL:HR:1996:ZC1971 (Bemico e.a./Cornebo)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
26 januari 1996
- Magistraten
Snijders, Roelvink, Mijnssen, Nieuwenhuis, Swens-Donner, De Vries Lentsch-Kostense
- Zaaknummer
15711
- LJN
ZC1971
- Roepnaam
Bemico e.a./Cornebo
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Arbeidsrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht (V)
Verbintenissenrecht / Aansprakelijkheid
Verbintenissenrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
Verbintenissenrecht / Schadevergoeding
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1996:ZC1971, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 26‑01‑1996
- Wetingang
Essentie
Koopovereenkomst; wanprestatie; bewijslastverdeling. Getuigenverhoor; motiveringsplicht in art. 212 lid 2 Rv niet op straffe van nietigheid voorgeschreven.
Samenvatting
Falende klachten tegen oordeel dat de afnemer niet had bewezen dat leverancier, die zaken niet conform de overeenkomst had geleverd, niet voor de afloop van de daartoe door de afnemer gestelde termijn aan zijn verplichtingen tot verbetering van de geleverde zaken kon voldoen. Geen van onjuiste rechtsopvatting getuigende bewijslastverdeling.
De aard van art. 212 lid 2 Rv brengt mee dat de daarin vervatte plicht in de uitspraak melding te maken van het feit dat dit arrest niet ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.