RSV 1996/210
HR, 17-01-1996, nr. 279
HR 17-01-1996, ECLI:NL:HR:1996:AA1836
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
17 januari 1996
- Magistraten
Jansen, Van der Linde, Bellaart, De Moor, Van der Putt-Lauwers
- Zaaknummer
279
- LJN
AA1836
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Sociale zekerheid algemeen (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1996:AA1836, Uitspraak, Hoge Raad, 17‑01‑1996
- Wetingang
Essentie
Ingezetenschap vluchteling — betekenis — art. 24 Vluchtelingenverdrag
Samenvatting
Gelet op de omstandigheden heeft de CRvB zonder schending of verkeerde toepassing van de art. 2 en 3 AKW kunnen oordelen dat betrokkene, die bij Beschikking van 27–9-'91 als vluchteling tot Nederland is toegelaten, op eerdere peildata dan 1–10-'91 nog niet als ingezetene van Nederland kon worden beschouwd. Hieraan doet art. 24 van het Vluchtelingenverdrag niet af. Dit artikel schrijft voor dat de verdragsluitende staten de rechtmatig op hun grondgebied verblijvende vluchtelingen wat betreft sociale zekerheid op dezelfde wijze zullen behandelen als onderdanen. De Nederlander in de zin van de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.