NJ 1996, 597
Vervolg van HR 18 dec. 1992, NJ 1993, 152 / terugkomen op bindende eindbeslissing; motivering
HR 05-01-1996, ECLI:NL:HR:1996:ZC1946, m.nt. H.E. Ras (De Moel/Scherpenzeel en Koning, hoog opschietende bomen)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
5 januari 1996
- Magistraten
Snijders, Roelvink, Korthals Altes, Neleman, Nieuwenhuis, Vranken
- Zaaknummer
15881
- Noot
H.E. Ras
- LJN
ZC1946
- Roepnaam
De Moel/Scherpenzeel en Koning
hoog opschietende bomen
- JCDI
JCDI:ADS113758:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Burgerlijk procesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1996:ZC1946, Uitspraak, Hoge Raad, 05‑01‑1996
- Wetingang
Rv (oud) art. 67; Rv (oud) art. 337; Rv (oud) art. 399
Essentie
Vervolg van HR 18 december 1992, NJ 1993, 152. Terugkomen op bindende eindbeslissing; motivering.
Samenvatting
De door het hof in casu uitdrukkelijk en zonder voorbehoud gegeven beslissing is een eindbeslissing en daarvoor geldt de regel dat daarvan in de verdere loop van het geding niet meer kan worden teruggekomen, en dat zij slechts kan worden bestreden door aanwending van een bij de wet aangegeven rechtsmiddel. Gelet op de ratio van deze regel — de beperking van het processuele debat (vgl. HR 4 mei 1984, NJ 1985, 3)— dient de rechter bij het aanvaarden van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.