NJ 1996, 510
Kort geding / met dwangsom versterkt algemeen verbod tot inbreuk op auteursrecht
HR 01-12-1995, ECLI:NL:HR:1995:ZC1899, m.nt. D.W.F. Verkade
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
1 december 1995
- Magistraten
Martens, Roelvink, Mijnssen, Korthals Altes, Swens-Donner, Vranken
- Zaaknummer
15815
- Noot
D.W.F. Verkade
- LJN
ZC1899
- JCDI
JCDI:ADS63145:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Intellectuele-eigendomsrecht / Algemeen
Vermogensrecht / Rechtsvorderingen
Burgerlijk procesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1995:ZC1899, Uitspraak, Hoge Raad, 01‑12‑1995
- Wetingang
BW art. 3:296; Rv (oud) art. 289; Rv (oud) art. 290; Rv (oud) art. 291; Rv (oud) art. 292; Rv (oud) art. 293; Rv (oud) art. 294; Rv (oud) art. 295; Rv (oud) art. 296; Rv (oud) art. 297
Essentie
Kort geding. Met dwangsom versterkt algemeen verbod tot inbreuk op auteursrecht.
Samenvatting
Hoge Raad verwijst naar conclusie Openbaar Ministerie. In HR 23 febr. 1990, NJ 1990, 663 is beslist dat de enkele omstandigheid dat de aangesprokene toezegt een bepaalde handeling niet meer te zullen plegen, de rechter niet behoeft te beletten een verbod tot het plegen van zodanige handeling op te leggen. Afhankelijk van de omstandigheden van het geval kan hij dit doen. Het staat de rechter vrij aan zo'n verbod een dwangsom te verbinden. Het door het hof opleggen van een algemeen verbod geeft in casu ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.