NJ 1996, 582
Vreemdelingenrecht / voorleggen zaak aan adviescommissie / taak kort geding-rechter in vreemdelingenzaken / geen inbreuk op gezinsleven ex 8 EVRM
HR 02-06-1995, ECLI:NL:HR:1995:ZC1741
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
2 juni 1995
- Magistraten
Royer, Roelvink, Korthals Altes, Neleman, Nieuwenhuis, Mok
- Zaaknummer
15676
- LJN
ZC1741
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Onbekend (V)
Internationaal belastingrecht / Algemeen
Vreemdelingenrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1995:ZC1741, Uitspraak, Hoge Raad, 02‑06‑1995
- Wetingang
Essentie
Vreemdelingenrecht. Voorleggen zaak aan adviescommissie. Taak kort geding-rechter in vreemdelingenzaken. Geen inbreuk op gezinsleven ex art. 8 EVRM.
Samenvatting
Het hof was niet verplicht in deze situatie (zie arrest) te bewerkstelligen dat de zaak ter advisering zou worden voorgelegd aan de Adviescommissie voor vreemdelingenzaken.
Het hof heeft zich — zoals met de taak van de kort geding-rechter in vreemdelingenzaken strookt (vgl. HR 28 mei 1993, NJ 1993, 625)— gericht naar de door de Afdeling rechtspraak van de Raad van State ontwikkelde maatstaven voor de beantwoording van de vraag onder welke omstandigheden een vreemdeling tegenover ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.