RvdW 1995, 104
HR, 28-04-1995, nr. 15655
HR 28-04-1995, ECLI:NL:HR:1995:ZC1716
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
28 april 1995
- Magistraten
Martens, Roelvink, Mijnssen, Heemskerk, Swens-Donner
- Zaaknummer
15655
- LJN
ZC1716
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Algemeen
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1995:ZC1716, Uitspraak, Hoge Raad, 28‑04‑1995
- Wetingang
BW art. 7A:1639o; BW art. 7A:1639p
Essentie
Beëindiging arbeidsovereenkomst met wederzijds goedvinden; instemming werknemer. Ontslag op staande voet bij aangekondigde werkweigering: bij voorbaat en voorwaardelijk.
Samenvatting
Instemming van een werknemer met een hem gegeven ontslag mag slechts worden aangenomen op grond van een verklaring van de werknemer waaruit die instemming duidelijk en ondubbelzinnig blijkt.
Een werkgever kan ermee volstaan een werknemer die bij voorbaat aankondigt dat hij geen gehoor zal geven aan de opdracht maandag na het weekend op het werk te verschijnen, aan te zeggen dat, als de werknemer metterdaad — door weg te blijven — bij die weigering mocht volharden, de arbeidsovereenkomst ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.