AB 1995, 551
HR, 22-03-1995, nr. 280
HR 22-03-1995, ECLI:NL:HR:1995:AA1557
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
22 maart 1995
- Magistraten
Stoffer, Urlings, Zuurmond, Herrmann, Fleers
- Zaaknummer
280
- LJN
AA1557
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Bestuursprocesrecht (V)
Bestuursrecht algemeen (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1995:AA1557, Uitspraak, Hoge Raad, 22‑03‑1995
- Wetingang
Coörd.WSV art. 6
Essentie
Te laat ingekomen beroepschrift toch tijdig; bewijslast bij overmatige onkostenvergoedingen.
Samenvatting
Nu het niet bezorgen van een beroepschrift niet behoort tot het normale risico dat men bij verzending ‘per aangetekende post’ aanvaardt, kan het feit dat het beroepschrift de griffie van de Centrale Raad van Beroep niet eerder dan op 3 juni 1994 heeft bereikt, niet aan het Bestuur worden toegerekend. Het beroepschrift in cassatie moet derhalve geacht worden tijdig te zijn ingediend.
De Centrale Raad van Beroep heeft niet uit het oog verloren dat art. 6 eerste lid aanhef en onder i Coördinatiewet Sociale Verzekeringen een ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.