RvdW 1995, 45
HR, 17-02-1995, nr. 15743: Mulder/CLBN
HR 17-02-1995, ECLI:NL:HR:1995:ZC1641 (Mulder/CLBN)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
17 februari 1995
- Magistraten
Martens, Roelvink, Mijnssen, Korthals Altes, Heemskerk
- Zaaknummer
15743
- LJN
ZC1641
- Roepnaam
Mulder/CLBN
- Vakgebied(en)
Insolventierecht / Faillissement
Burgerlijk procesrecht (V)
Vermogensrecht (V)
Goederenrecht / Zekerheidsrechten
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1995:ZC1641, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 17‑02‑1995
ECLI:NL:PHR:1994:16, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 16‑12‑1994
- Wetingang
BW art. 3:246 lid 1; Fw art. 57; Fw art. 58; Fw art. 182; Rv art. 398; Rv art. 419 lid 4; Rv art. 422
Essentie
Sprongcassatie. Stil pandrecht op vorderingen. Rechtspositie stille pandhouder ten aanzien van hetgeen ter voldoening van de verpande vorderingen is betaald aan de curator na faillissement van de pandgever, maar voordat mededeling van de verpanding aan de schuldenaar is gedaan. Geen separatistpositie stille pandhouder noch pandrecht op geïnde bedragen; wel voorrang en bevoegdheid tot verrekening (bank). Bevoegdheid mededeling te doen van de verpanding aan de schuldenaar. Ongerechtvaardigde verrijking.
Samenvatting
De pandgever ontleent aan art. 3:246 lid 1 BW de bevoegdheid te eigen behoeve nakoming ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.