NJ 1996, 471
Sproncassatie / stil pandrecht op vorderingen / rechtspositie stille pandhouder ten aanzien van hetgeen ter voldoening verpande vorderingen is betaald aan curator na faillissement pandgever, maar voordat mededeling verpanding aan schuldenaar is gedaan / geen separatistpositie stille pandhouder noch pandrecht op geïnde bedragen; wel voorrang en bevoegdheid tot verrekening (bank) / bevoegdheid mededeling te doen van verpanding aan schuldenaar / ongerechtvaardigde verrijking
HR 17-02-1995, ECLI:NL:HR:1995:ZC1641, m.nt. W.M. Kleijn (Mulder/CLBN)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
17 februari 1995
- Magistraten
Martens, Roelvink, Mijnssen, Korthals Altes, Heemskerk
- Zaaknummer
15743
- Conclusie
A‑G Hartkamp
- Noot
W.M. Kleijn
- LJN
ZC1641
- Roepnaam
Mulder/CLBN
- JCDI
JCDI:ADS48735:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Burgerlijk procesrecht (V)
Vermogensrecht (V)
Insolventierecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1995:ZC1641, Uitspraak, Hoge Raad, 17‑02‑1995
ECLI:NL:PHR:1994:16, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 16‑12‑1994
- Wetingang
BW art. 3:246 lid 1; Fw art. 57; Fw art. 58; Fw art. 182; Rv (oud) art. 398; Rv (oud) art. 419 lid 4; Rv (oud) art. 422
Essentie
Sprongcassatie. Stil pandrecht op vorderingen. Rechtspositie stille pandhouder ten aanzien van hetgeen ter voldoening van de verpande vorderingen is betaald aan de curator na faillissement van de pandgever, maar voordat mededeling van de verpanding aan de schuldenaar is gedaan. Geen separatistpositie stille pandhouder noch pandrecht op geïnde bedragen; wel voorrang en bevoegdheid tot verrekening (bank). Bevoegdheid mededeling te doen van de verpanding aan de schuldenaar. Ongerechtvaardigde verrijking.
Samenvatting
De pandgever ontleent aan art. 3:246 lid 1 BW de bevoegdheid te eigen behoeve nakoming van stil verpande vorderingen te eisen en betaling daarvan in ontvangst te nemen zolang ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.