Einde inhoudsopgave
RvdW 1994, 205
HR, 14-10-1994, nr. 15464
HR 14-10-1994, ECLI:NL:HR:1994:ZC1485
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
14 oktober 1994
- Magistraten
Royer, Roelvink, Korthals Altes, Neleman, Nieuwenhuis
- Zaaknummer
15464
- LJN
ZC1485
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht (V)
Verbintenissenrecht / Aansprakelijkheid
Verbintenissenrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht / Onrechtmatige daad
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1994:ZC1485, Uitspraak, Hoge Raad, 14‑10‑1994
- Wetingang
BW art. 6:6; BW art. 6:7; BW art. 6:162; Rv art. 59
Essentie
Mechanische reproductierechten Stemra-repertoire. Kort geding. Motivering hoofdelijke aansprakelijkheid in concernverband.
Samenvatting
Hof: In het licht van een aantal omstandigheden (zie arrest; red.) is het alleszins waarschijnlijk dat de bodemrechter de ene zustervennootschap bij wijze van schadevergoeding mede aansprakelijk zal achten voor het door de andere zustervennootschap aan Stemra verschuldigde voorschot.
Hoge Raad: Aldus overwegende heeft het hof onvoldoende inzicht gegeven in de gedachtengang die heeft geleid tot zijn oordeel dat de ene zustervennootschap mede aansprakelijk is voor de door de andere zustervennootschap aan Stemra verschuldigde vergoedingen. Mede in aanmerking genomen dat Stemra de hoofdelijke aansprakelijkheid van de zustervennootschappen ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.