NJ 1997, 287
Dwaling professionele borg omtrent financiële positie schuldenaar; vraag of dwaling voor rekening dwalende behoort te blijven
HR 03-06-1994, ECLI:NL:HR:1994:ZC1383, m.nt. C.J.H. Brunner (Directbank/Breda)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
3 juni 1994
- Magistraten
Snijders, Roelvink, Mijnssen, Korthals Altes, Heemskerk
- Zaaknummer
15348
- Conclusie
A-G Hartkamp
- Noot
C.J.H. Brunner
- LJN
ZC1383
- Roepnaam
Directbank/Breda
- JCDI
JCDI:ADS113634:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1994:ZC1383, Uitspraak, Hoge Raad, 03‑06‑1994
- Wetingang
BW art. 6:228
Essentie
Dwaling professionele borg omtrent financiële positie schuldenaar; vraag of dwaling voor rekening dwalende behoort te blijven.
Samenvatting
Buiten het geval dat aan de orde was in HR 1 juni 1990, NJ 1991, 759— het geval van een particuliere borg in de zin van een borg die een niet in de uitoefening van zijn beroep of bedrijf handelende natuurlijke persoon is — geldt in beginsel dat een dwaling van de borg ter zake van de financiële positie van de schuldenaar voor wiens schuld de borgtocht tot zekerheid strekt, naar de aard van de borgtocht in de zin van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.