RvdW 1994, 106
HR, 29-04-1994, nr. 15306: Nietigheid appeldagvaarding
HR 29-04-1994, ECLI:NL:HR:1994:ZC1357 (Nietigheid appeldagvaarding,Staalbouw/Machinefabriek Breda)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
29 april 1994
- Magistraten
Martens, Roelvink, Korthals Altes, Neleman, Heemskerk
- Zaaknummer
15306
- LJN
ZC1357
- Roepnaam
Nietigheid appeldagvaarding
Staalbouw/Machinefabriek Breda
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1994:ZC1357, Uitspraak, Hoge Raad, 29‑04‑1994
- Wetingang
Essentie
Nietigheid appeldagvaarding. Herstel vóór de dienende dag. Verschenen gedaagde die zich op nietigheid beroept. Criterium: benadeling in zijn verdediging.
Samenvatting
Art. 93 Rv wordt door de Hoge Raad zo uitgelegd dat het aantal gevallen waarin de rechter bij uitzondering de nietigheid van de dagvaarding moet uitspreken zo beperkt mogelijk wordt gehouden (HR 9 juni 1989, NJ 1990, 106 en 107; vgl. ook HR 3 juli 1989, NJ 1990, 76).
Een binnen de appeltermijn aan de eigen procureur in de vorige instantie van de appellant uitgebracht exploit heeft te gelden als een ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.