NJ 1994, 624
Onrechtmatige daad / aansprakelijkheid voor giftige planten en struiken; zorgvuldigheidsnorm
HR 22-04-1994, ECLI:NL:HR:1994:ZC1347, m.nt. C.J.H. Brunner (Hulsbosch/Broen (Taxusstruik))
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
22 april 1994
- Magistraten
Snijders, Roelvink, Mijnssen, Korthals Altes, Neleman, Bloembergen
- Zaaknummer
15338
- Noot
C.J.H. Brunner
- LJN
ZC1347
- Roepnaam
Hulsbosch/Broen (Taxusstruik)
- JCDI
JCDI:ADS49800:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Verbintenissenrecht / Aansprakelijkheid
Verbintenissenrecht / Onrechtmatige daad
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1994:ZC1347, Uitspraak, Hoge Raad, 22‑04‑1994
- Wetingang
BW art. 6:162; BW art. 1401 (oud)
Essentie
Onrechtmatige daad. Aansprakelijkheid voor giftige planten en struiken; zorgvuldigheidsnorm.
Samenvatting
Een inbreuk op andermans eigendomsrecht uitsluitend bestaand in het boven de grond van die ander hebben van een gedeelte van een losliggende struik, vestigt nog niet een aansprakelijkheid voor de vergiftiging van twee paarden door het eten van die struik, in het bijzonder niet indien degeen die de struik aldus heeft neergelegd, niet wist of behoefde te weten dat die struik vergiftigd was.
De in het maatschappelijk verkeer betamende zorgvuldigheid reikt niet zó ver dat degeen die een plant of struik waarvan hij de giftigheid niet kent of ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.