NJ 1995, 718
Vordering Staat in kort geding tot ontruiming asielzoekerscentrum / bevoegdheid burgerlijke rechter; ontvankelijkheid; ‘civielrechtelijk’ belang niet vereist / geen formele rechtskracht beschikking hangende beroep bij administratieve rechter / prognose k.g.-rechter / doorkruising administratiefrechtelijke rechtsgang
HR 18-02-1994, ECLI:NL:HR:1994:ZC1267, m.nt. M. Scheltema (Staat/Kabayel)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
18 februari 1994
- Magistraten
Snijders, Roelvink, Korthals Altes, Heemskerk, Swens-Donner, Mok
- Zaaknummer
15239
- Noot
M. Scheltema
- LJN
ZC1267
- Roepnaam
Staat/Kabayel
- JCDI
JCDI:ADS142503:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Vermogensrecht / Rechtsvorderingen
Burgerlijk procesrecht (V)
Verbintenissenrecht / Aansprakelijkheid
Staatsrecht (V)
Verbintenissenrecht / Onrechtmatige daad
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1994:ZC1267, Uitspraak, Hoge Raad, 18‑02‑1994
- Wetingang
GW art. 112; BW art. 3:303; BW art. 6:162; Rv (oud) art. 289; Rv (oud) art. 290; Rv (oud) art. 291; Rv (oud) art. 292; Rv (oud) art. 293; Rv (oud) art. 294; Rv (oud) art. 295; Rv (oud) art. 296; Rv (oud) art. 297; ROA art. 6
Essentie
Vordering van de Staat in kort geding tot ontruiming asielzoekerscentrum. Bevoegdheid burgerlijke rechter; ontvankelijkheid; ‘civielrechtelijk’ belang niet vereist. Geen formele rechtskracht beschikking hangende beroep bij administratieve rechter. Prognose k.g.-rechter. Doorkruising administratiefrechtelijke rechtsgang.
Samenvatting
De Staat heeft aan zijn vordering ten grondslag gelegd dat de asielzoekers jegens hem onrechtmatig handelen doordat zij zonder recht of titel verblijven in de bij hen in gebruik zijnde(woon-)ruimten van het asielzoekerscentrum. Daarmee is de bevoegdheid van de burgerlijke rechter gegeven, nu het hier om een ‘schuldvordering’ in de zin van art. 112 Gr.w gaat. Noch voor deze bevoegdheid, noch voor de ontvankelijkheid ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.