NJ 1993, 714:Ontvankelijkheid in hoger beroep; belang; proceskosten / taak appelrechter / devolutieve werking / discriminatie / gelijkheidsbeginsel

NJ 1993, 714

Ontvankelijkheid in hoger beroep; belang; proceskosten / taak appelrechter / devolutieve werking / discriminatie / gelijkheidsbeginsel

Documentgegevens:

HR 03-09-1993, ECLI:NL:HR:1993:ZC1050

Instantie: Hoge Raad
Datum: 3 september 1993
Magistraten: Martens, Davids, Korthals Altes, Neleman, Nieuwenhuis, Koopmans
Zaaknummer: 15054
LJN: ZC1050
Vakgebied(en): Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Onbekend (V)
Internationaal belastingrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht (V)
Internationaal belastingrecht / Discriminatieverbod
Europees belastingrecht / Discriminatie
Brondocumenten: ECLI:NL:HR:1993:ZC1050, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 03‑09‑1993
Wetingang: Rv (oud) art. 332; GW art. 1; EVRM art. 6; EVRM art. 14; IVBP art. 14; IVBP art. 26

Essentie

Ontvankelijkheid in hoger beroep; belang; proceskosten. Taak appelrechter. Devolutieve werking. Discriminatie. Gelijkheidsbeginsel.

Samenvatting

PTT verlangt waarborgsom voor telefoonaansluiting van bepaalde groep asielzoekers (ROA-gerechtigden). Eén van dezen vordert vergeefs in kort geding waarborgsom terug. Na het instellen van hoger beroep stort PTT waarborgsom terug.

Het hof heeft zijn taak als appelrechter miskend en heeft aldus blijk gegeven van een onjuiste rechtsopvatting doordat het, hoewel (terecht) ervan uitgaande dat appellante (reeds) in verband met de kostenveroordeling in eerste aanleg bij haar hoger beroep belang had behouden, op grond van de omstandigheid dat de wederpartij inmiddels had voldaan aan het door ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.