NJ 1993, 572
Ontvankelijkheid cassatieberoep tegen tussenbeschikking / geen doorbreking appelverbod 1639w lid 11 BW (oud) bij motiveringsgebrek / hoor en wederhoor (m.nt. HJS)
HR 12-02-1993, ECLI:NL:HR:1993:ZC0864, m.nt. H.J. Snijders
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
12 februari 1993
- Magistraten
Royer, Roelvink, Korthals Altes, Neleman, Nieuwenhuis, Asser
- Zaaknummer
8154
- Noot
H.J. Snijders
- LJN
ZC0864
- JCDI
JCDI:ADS157363:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Arbeidsrecht / Algemeen
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
Burgerlijk procesrecht (V)
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1993:ZC0864, Uitspraak, Hoge Raad, 12‑02‑1993
ECLI:NL:HR:1938:306, Uitspraak, Hoge Raad, 21‑12‑1938
- Wetingang
BW art. 7A:1639w lid 11; Rv (oud) art. 48; Rv (oud) art. 426; Rv (oud) art. 429n
Essentie
Ontvankelijkheid van cassatieberoep tegen tussenbeschikking. Geen doorbreking appelverbod 1639w lid 11 BW (oud) bij motiveringsgebrek. Hoor en wederhoor.
Samenvatting
De regel volgens welke beroep in cassatie van tussenbeschikkingen kan worden ingesteld tegelijk met het beroep tegen de eindbeschikking, lijdt slechts uitzondering indien en voor zover bij een tussenbeschikking door een uitdrukkelijk dictum een einde is gemaakt aan het geding omtrent enig deel van het verzochte.
Het is weliswaar niet uitgesloten dat een klacht betreffende verzuim van essentiële vormen bij de totstandkoming van een beschikking waartegen geen hoger beroep openstaat, niettemin tot ontvankelijkheid van het hoger beroep leidt, ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.