NJ 1994, 286
Milieurecht / uitgifte verontreinigde grond door gemeente / onrechtmatige daad / zorgvuldigheidsnorm / eigen kennis in verband met stand van wetenschap / verjaring vordering op Staat; opvorderbaarheid / abstracte schadeberekening
HR 09-10-1992, ECLI:NL:HR:1992:ZC0707 (Steendijkpolder,Steendijkpolder I)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
9 oktober 1992
- Magistraten
Roelvink, Davids, Korthals Altes, Neleman, Nieuwenhuis, Mok
- Zaaknummer
14668
14669
14670
14671
- LJN
ZC0707
- Roepnaam
Steendijkpolder
Steendijkpolder I
- JCDI
JCDI:ADS142471:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Vermogensrecht / Rechtsvorderingen
Verbintenissenrecht / Aansprakelijkheid
Verbintenissenrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht / Onrechtmatige daad
Milieurecht (V)
Verbintenissenrecht / Schadevergoeding
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1992:ZC0707, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 09‑10‑1992
- Wetingang
BW art. 1401 (oud); BW art. 3:310; BW art. 6:97; BW art. 6:162; Wet 31 okt. 1924 Stb. 482 art. 1
Essentie
Milieurecht. Uitgifte verontreinigde grond door gemeente. Onrechtmatige daad. Zorgvuldigheidsnorm. Eigen kennis in verband met stand van wetenschap. Verjaring vordering op Staat; opvorderbaarheid. Abstracte schadeberekening.
Samenvatting
Voor het antwoord op de vraag of Maassluis handelde in strijd met de haar in het maatschappelijk verkeer betamende zorgvuldigheid is niet beslissend of naar de ten tijde van de gronduitgifte bestaande maatschappelijke opvattingen (de mogelijkheid van) een verontreinigde toestand van havenslib, gebruikt voor het ophogen van bouwgrond, diende te worden getolereerd, ervan uitgaande dat toen niet alle hieraan verbonden gevaren algemeen bekend waren.
Bij zijn beoordeling van voormelde vraag heeft het ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.