NJ 1993, 165
Onrechtmatige daad officier van justitie; maatstaf voor persoonlijke aansprakelijkheid. Strafprocesrecht; bevel tot beperking vrij verkeer tussen raadsman en verdachte (art. 50 lid 2 Sv); competentie.
HR 11-10-1991, ECLI:NL:HR:1991:ZC0360, m.nt. C.J.H. Brunner, G.J.M. Corstens (De Staat & Van Hilten/M.)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
11 oktober 1991
- Magistraten
Royer, Haak, Roelvink, Boekman, Heemskerk
- Zaaknummer
14302
- Conclusie
A-G Koopmans
- Noot
C.J.H. Brunner, G.J.M. Corstens
- LJN
ZC0360
- Roepnaam
De Staat & Van Hilten/M.
- JCDI
JCDI:ADS48711:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Verbintenissenrecht (V)
Ambtenarenrecht (V)
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1991:ZC0360, Uitspraak, Hoge Raad, 11‑10‑1991
- Wetingang
BW art. 1401 (oud); Sv art. 50
Essentie
Onrechtmatige daad officier van justitie; maatstaf voor persoonlijke aansprakelijkheid. Strafprocesrecht; bevel tot beperking vrij verkeer tussen raadsman en verdachte (art. 50 lid 2 Sv); competentie.
Samenvatting
De in lid 1 van art. 50 Sv aan de raadsman toegekende bevoegdheden, waarop het tweede lid slechts onder nauwkeurig omschreven voorwaarden beperkingen toelaat, strekken ertoe de onbelemmerde uitoefening te verzekeren van een fundamenteel recht van de verdachte, te weten het recht op vrij verkeer tussen hem en zijn raadsman. Tijdens het gerechtelijk vooronderzoek is uitsluitend de rechter-commissaris bevoegd bevelen als bedoeld in art. 50 lid 2 Sv te ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.