NJ 1992, 214
HR, 22-03-1991, nr. 14142: Loeffen/BMH II
HR 22-03-1991, ECLI:NL:HR:1991:ZC0182 (Loeffen/BMH II)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
22 maart 1991
- Magistraten
Martens, Bloembergen, Haak, Roelvink, Boekman
- Zaaknummer
14142
- Conclusie
A‑G Asser
- LJN
ZC0182
- Roepnaam
Loeffen/BMH II
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Insolventierecht / Faillissement
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1991:ZC0182, Uitspraak, Hoge Raad, 22‑03‑1991
- Wetingang
Essentie
Vervolg HR 8 juli 1987, NJ 1988, 104. Faillissementspauliana. Art. 47 Fw; bewijslast; geen weerlegbaar vermoeden van kwade trouw; strekking.
Samenvatting
De formulering van de art. 42–48 Fw is erop gericht telkens nauwkeurig aan te geven wat door de curator moet worden bewezen, wil hij de nietigheid van de in die artikelen bedoelde handelingen van de schuldenaar kunnen inroepen en welke bewijslast daartegenover op de wederpartij rust. Art. 47 spreekt in dit verband niet van een voor tegenbewijs vatbaar vermoeden. Slaagt de curator in het in dit artikel genoemde bewijs dan staat daarmee de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.