RvdW 1990, 93
HR, 27-04-1990, nr. 13835
HR 27-04-1990, ECLI:NL:PHR:1990:AB8149
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
27 april 1990
- Magistraten
Snijders, Hermans, Haak, Roelvink, Davids
- Zaaknummer
13835
- LJN
AB8149
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1990:AB8149, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 27‑04‑1990
ECLI:NL:PHR:1990:AB8149, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 27‑04‑1990
- Wetingang
Rv art. 250; Rv art. 251; Rv art. 252; Rv art. 253; Rv art. 332; Rv art. 333; Rv art. 334; Rv art. 335; Rv art. 336; Rv art. 337; Rv art. 338; Rv art. 339; Rv art. 340; Rv art. 341; Rv art. 342; Rv art. 343; Rv art. 344; Rv art. 345; Rv art. 346; Rv art. 347; Rv art. 348; Rv art. 349; Rv art. 350; Rv art. 351; Rv art. 352; Rv art. 353; Rv art. 354; Rv art. 355; Rv art. 356; Rv art. 357
Essentie
Omvang appel van vonnis waarin beslissingen in conventie en reconventie voorkomen.
Samenvatting
Het is niet in overeenstemming met de eisen van een goede procesorde dat de processuele band die tussen bij een vonnis beoordeelde vorderingen bestaat, door het instellen van hoger beroep tegen dit vonnis nodeloos en onbedoeld kan worden verbroken.
Daarom betreft in beginsel een hoger beroep tegen een vonnis waarin zowel beslissingen in conventie als in reconventie zijn vervat, het gehele vonnis, ongeacht de in de appeldagvaarding gebezigde formuleringen. De wederpartij dient er in beginsel van uit te gaan dat de omlijning van het hoger beroep ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.