RvdW 1990, 64
HR, 09-03-1990, nr. 13868
HR 09-03-1990, ECLI:NL:PHR:1990:AC0791
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
9 maart 1990
- Magistraten
Snijders, Hermans, Bloembergen, Roelvink, Davids
- Zaaknummer
13868
- LJN
AC0791
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1990:AC0791, Uitspraak, Hoge Raad, 09‑03‑1990
ECLI:NL:PHR:1990:AC0791, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 09‑03‑1990
- Wetingang
BW art. 1639h; Rv art. 177
Essentie
Arbeidsovereenkomst. Ontslag tijdens zwangerschap. Strekking art. 1639h lid 4 BW. Bewijslastverdeling. Inhoud geneeskundige verklaring betreffende zwangerschap.
Samenvatting
De strekking van art. 1639h lid 4, eerste zin, is versterking van de arbeidsrechtelijke positie van de werkneemster en een wettelijke waarborg dat zij niet tijdens haar zwangerschap haar arbeidsplaats verliest.
In beginsel berust op die werkneemster de bewijslast dat zij op het tijdstip van de opzegging zwanger was (art. 177 Rv). Wanneer vaststaat dat de werkneemster kort na de opzegging zwanger was, de bewijslast nog uitsluitend de vraag betreft of deze zwangerschap reeds tijdens de opzegging ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.