NJ 1990, 778
HR, 08-12-1989, nr. 13699, nr. 13697: Vrieling/Ruröde
HR 08-12-1989, ECLI:NL:HR:1989:AC0663, m.nt. C.J.H. Brunner (Vrieling/Ruröde)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
8 december 1989
- Magistraten
Snijders, Hermans, Haak, Boekman, Davids
- Zaaknummer
13699
13697
- Conclusie
A-G Hartkamp
- Noot
C.J.H. Brunner
- LJN
AC0663
- Roepnaam
Vrieling/Ruröde
- JCDI
JCDI:ADS49786:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Verbintenissenrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1989:AC0663, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 08‑12‑1989
ECLI:NL:PHR:1989:AC0663, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 06‑10‑1989
- Wetingang
BW art. 1401; NBW art. 6:101
Essentie
Onrechtmatige daad. Ongeval. Kind. Wederzijdse fouten; causaliteit. Billijkheid bij het verdelen van de schade.
Samenvatting
Oordeel van het hof dat de handelwijze van Lars en de onzorgvuldigheid van Vrieling in gelijke mate tot het ontstaan van de schade hebben bijgedragen, geeft geen blijk van een onjuiste rechtsopvatting.
Onvoldoende motivering voor de door het hof toegepaste verdeling van de schade (50–50). Wanneer een met name voor zich in de nabijheid bevindende kinderen in het leven geroepen ernstig gevaar zich verwezenlijkt ten aanzien van een kind waarvan in verband met zijn leeftijd slechts een beperkt inzicht in dat gevaar en ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.