NJ 1989, 363
HR, 16-12-1988, nr. 13382
HR 16-12-1988, ECLI:NL:PHR:1988:AD0545, m.nt. W.H. Heemskerk
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
16 december 1988
- Magistraten
Ras, Martens, De Groot, Hermans, Boekman, Biegman-Hartogh
- Zaaknummer
13382
- Noot
W.H. Heemskerk
- LJN
AD0545
- JCDI
JCDI:ADS113449:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Fiscaal procesrecht / Algemeen
Insolventierecht / Faillissement
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1988:AD0545, Uitspraak, Hoge Raad, 16‑12‑1988
ECLI:NL:PHR:1988:AD0545, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 16‑12‑1988
- Wetingang
Fw art. 33; Rv (oud) art. 432; Rv (oud) art. 741; Rv (oud) art. 751
Essentie
Verklaringsprocedure die door het faillissement van de debiteur een einde heeft genomen (HR 28 mei 1915, NJ 1915, p. 882). Invloed van hoger beroep en beroep in cassatie in de hoofdzaak op het verloop van de verklaringsprocedure.
Partij(en)
1. Handelmaatschappij Europa-Azie BV,
2. Maatschappij tot exploitatie van onroerende goederen ‘Amsterdam-Semarang’ BV, te Amsterdam, eiseressen tot cassatie, adv. Mr. J.W. Lely,
tegen
1. Hubertus Maria Cornelis van Tuijn, te Dongen,
2. Drs. Stanislaus van Tuijn, te Tilburg,
3. Dr. Joseph Hubertus Derksen, in zijn hoedanigheid van curator van Maria van Tuijn, te Eindhoven, verweerders in cassatie, ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.