HR, 22-05-1987, nr. 12918

Documentgegevens:

HR 22-05-1987, ECLI:NL:PHR:1987:AC9852

Instantie: Hoge Raad
Datum: 22 mei 1987
Magistraten: Snijders, Martens, Van Den Blink, Roelvink, Boekman
Zaaknummer: 12918
LJN: AC9852
Vakgebied(en): Bestuursprocesrecht (V)
Brondocumenten: ECLI:NL:HR:1987:AC9852, Uitspraak, Hoge Raad, 22‑05‑1987
ECLI:NL:PHR:1987:AC9852, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 22‑05‑1987
Wetingang: Bevoegdhedenwet Waterschappen art. 5; RO art. 38; RO art. 53

Essentie

Verzet tegen dwangbevel ex art. 5 Bevoegdhedenwet waterschappen. Rechterlijke bevoegdheid; geen ‘louter personele vordering’. Appellabiliteit van kantonrechtervonnis.

Partij(en)

Waterschap Den Ham, te Made en Drimmelen, eiseres tot cassatie, voorwaardelijk incidenteel verweerster, adv. Jhr. Mr. D.J. de Brauw,

tegen

Pieter Jacobus Rumoldus Hendrikus Meeuwissen, te Zevenbergschenhoek, gem. Zevenbergen, verweerder in cassatie, voorwaardelijk incidenteel eiser, adv. Mr. E. van Staden ten Brink.

Uitspraak

Hoge Raad:

1

Het geding in feitelijke instanties

Verweerder in cassatie — verder te noemen Meeuwissen — heeft bij exploot van 8 aug. 1983 eiseres tot cassatie — verder te ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.