NJ 1986, 714
HR, 25-04-1986, nr. 12683: Kettingbeding Smilde
HR 25-04-1986, ECLI:NL:HR:1986:AC9329, m.nt. W.C.L. van der Grinten (Kettingbeding Smilde,Van der Meer/Smilde)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
25 april 1986
- Magistraten
Ras, De Groot, Hermans, Bloembergen, Boekman, Mok
- Zaaknummer
12683
- Conclusie
A-G Mok
- Noot
W.C.L. van der Grinten
- LJN
AC9329
- Roepnaam
Kettingbeding Smilde
Van der Meer/Smilde
- JCDI
JCDI:ADS113351:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Verbintenissenrecht (V)
Burgerlijk procesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1986:AC9329, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 25‑04‑1986
ECLI:NL:PHR:1986:AC9329, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 28‑02‑1986
- Wetingang
BW art. 1374 lid 3; NBW art. 6.5.3.1 lid 2; Rv (oud) art. 5
Essentie
Verkoop van perceel bouwgrond door gemeente aan particulier. Kettingbeding (opgenomen in algemene voorwaarden van de gemeente) strekkende tot het doen aansluiten en aangesloten houden van de (daarop te bouwen) woning op een centrale antenne-inrichting. Strijd met de goede trouw van een beroep op dat, onredelijk bezwarende, beding. Stelplicht.
Partij(en)
Pieter Willem van der Meer, te Smilde, eiser tot cassatie, adv. Mr. E.J. Dommering,
tegen
- 1.
De gem. Smilde, te Smilde,
- 2.
NV Recai, te Assen, verweersters in cassatie, adv. Jhr. Mr. O. de Savornin Lohman.
Voorgaande uitspraak
Hoge Raad:
1
Het geding in feitelijke instanties ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.