NJ 1978, 693
HR, 30-06-1978, nr. 11304
HR 30-06-1978, ECLI:NL:HR:1978:AC6324, m.nt. G.J. Scholten, W.H. Heemskerk
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
30 juni 1978
- Magistraten
Dubbink, Van Dijk, Drion, Snijders, Haardt
- Zaaknummer
11304
- Noot
G.J. Scholten, W.H. Heemskerk
- LJN
AC6324
- JCDI
JCDI:ADS124913:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Burgerlijk procesrecht (V)
Huurrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1978:AC6324, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 30‑06‑1978
ECLI:NL:PHR:1978:AC6324, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 19‑05‑1978
- Wetingang
BW art. 1302; BW art. 1303; BW art. 1374; BW art. 1591; BW art. 1634; Rv (oud) art. 339; Rv (oud) art. 410
Essentie
1. Vraag of een huurder de betaling van huurpenningen mag opschorten totdat de verhuurder aan zijn verplichting tot onderhoud van het verhuurde heeft voldaan.
2. Incidenteel cassatieberoep tegen beslissingen in reconventie, terwijl het principale beroep uitsluitend is ingesteld tegen het in conventie gewezen vonnis. Incidenteel beroep ontvankelijk?
Samenvatting
1. De vraag of een huurder bevoegd is de nakoming van zijn verplichting tot betaling van de huurpenningen geheel of ten dele op te schorten tot de verhuurder aan zijn onderhoudsverplichting heeft voldaan, moet worden beantwoord aan de hand van de eisen van redelijkheid en billijkheid die opgesloten liggen ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.