NJ 1977, 351
HR, 17-12-1976, nr. 11000
HR 17-12-1976, ECLI:NL:PHR:1976:AC5837, m.nt. A.R. Bloembergen
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
17 december 1976
- Magistraten
Dubbink, Van Der Linde, Minkenhof, Drion, Snijders
- Zaaknummer
11000
- Noot
A.R. Bloembergen
- LJN
AC5837
- JCDI
JCDI:ADS155875:1
- Vakgebied(en)
Verbintenissenrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1976:AC5837, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 17‑12‑1976
ECLI:NL:PHR:1976:AC5837, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 17‑12‑1976
- Wetingang
BW art. 1401
Essentie
Voordeelstoerekening bij vaststelling van verschuldigde schadevergoeding wegens onrechtmatige daad.
Samenvatting
Indien een zelfde gebeurtenis voor de benadeelde naast schade tevens voordeel heeft opgeleverd, moet dit voordeel bij de vaststelling van de verschuldigde schadevergoeding, voorzover dit redelijk is in mindering worden gebracht. Dit brengt mede dat, indien terzake van de betreffende gebeurtenis verschillende schaden zijn geleden, ten aanzien van ieder van deze schade-posten ter beoordeling van de rechter staat in hoeverre het in de gegeven omstandigheden redelijk is dat voordeel daarop in mindering te doen strekken. Onderdeel van het in het principaal beroep aangevoerde middel, dat van een andere opvatting ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.