NJ 1972, 137
HR, 03-12-1971: Hotel Jan Luyken
HR 03-12-1971, ECLI:NL:PHR:1971:AB6788, m.nt. G.J. Scholten (Hotel Jan Luyken,Onrechtmatige rechtspraak I)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
3 december 1971
- Magistraten
Wiarda, Dubbink, Peters, Minkenhof, Drion
- Zaaknummer
[1971-12-03/NJ_53509]
- Conclusie
A-G Berger
- Noot
G.J. Scholten
- LJN
AB6788
- Roepnaam
Hotel Jan Luyken
Onrechtmatige rechtspraak I
- JCDI
JCDI:ADS142743:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Fiscaal ondernemingsrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1971:AB6788, Uitspraak, Hoge Raad, 03‑12‑1971
ECLI:NL:PHR:1971:AB6788, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 03‑12‑1971
- Wetingang
BW art. 1401; EVRM art. 6
Essentie
Kan een bij rechterlijke beslissing in het ongelijk gestelde partij op grond van onzorgvuldigheid van de rechter een vordering uit onrechtmatige daad tegen de Staat instellen?
Samenvatting
Wettelijke regelingen waarbij tegen rechterlijke beslissingen rechtsmiddelen ter beschikking worden gesteld of wordt bepaald dat daartegen generlei voorziening is toegelaten, moeten geacht worden uitputtend te hebben voorzien in bescherming van belangen die voor partijen bij de verkrijging van een juiste beslissing zijn betrokken. Hiermee is onverenigbaar dat de in het ongelijk gestelde partij de gelegenheid zou hebben langs de weg van een vordering tegen de Staat op grond van art. 1401 B.W. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.