PJ 2006, 119:Anders dan de CGB oordeelt het hof dat de leeftijdskorting een geschikt middel is om het gerechtvaardigd doel van beperking van de solidariteit te bereiken. Het middel wordt noodzakelijk geacht omdat alternatieven even indirect discriminerend zijn. Bij de uitleg van het pensioenreglement past het hof de CAO-norm toe en kent met name doorslaggevende betekenis toe aan de aannemelijkheid van de rechtsgevolgen waartoe verschillende interpretaties zouden leiden.