NJ 2000, 266
‘Decembermoorden’ Paramaribo; vervolgbaarheid Boutserse; nationaliteit Bouterse; foltering, oorlogsmisdrijven en misdrijven tegen menselijkheid; volkenrechtelijk gewoonterecht; deskundigenonderzoek daarnaar; publicatie beschikking.
Hof Amsterdam 03-03-2000, ECLI:NL:GHAMS:2000:AA5014
- Instantie
Hof Amsterdam
- Datum
3 maart 2000
- Magistraten
Hermans, Willems, Koopmann
- Zaaknummer
R97/163/12SV
R97/176/12SV
- LJN
AA5014
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Onbekend (V)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Internationaal strafrecht (V)
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:GHAMS:2000:AA5014, Uitspraak, Hof Amsterdam, 03‑03‑2000
- Wetingang
Sr art. 1 lid 1; Sv art. 12; Toescheidingsovereenkomst Ned-Suriname art. 3; IVBP; VN-Folterverdrag; Uitv.w VN-Folterverdrag art. 1; Statuut voor een Internationaal Strafhof art. 7 lid 2
Essentie
De ‘decembermoorden’ te Paramaribo; vervolgbaarheid van Bouterse terzake; nationaliteit van Bouterse; foltering, oorlogsmisdrijven en misdrijven tegen de menselijkheid; volkenrechtelijk gewoonterecht; deskundigenonderzoek daarnaar; publicatie van de beschikking.
Samenvatting
Klagers hebben het hof verzocht het Openbaar Ministerie te Amsterdam te bevelen D.R. Bouterse te vervolgen vanwege diens aandeel in de ‘decembermoorden’ op of omstreeks 8/9 dec. 1982 te Paramaribo. Aangenomen moet worden dat Bouterse op 25 nov. 1975 de Surinaamse nationaliteit heeft verworven. Van een strafvervolging met als uitgangspunt dat Bouterse zich als Nederlander in het buitenland aan één of meer van de misdrijven zoals bedoeld in art. 5 ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.