RvdW 2012/731
Spontane verklaring verdachte tijdens transport. Geen verhoorsituatie dus “Salduz” niet van toepassing.
HR 15-05-2012, ECLI:NL:HR:2012:BU8773
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
15 mei 2012
- Magistraten
Mrs. A.J.A. Van Dorst, J. De Hullu, H.A.G. Splinter-van Kan, W.F. Groos, Y. Buruma
- Zaaknummer
11/02070
- Conclusie
A-G mr. D.J.C. Aben
- LJN
BU8773
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Strafprocesrecht / Voorfase
Internationaal belastingrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2012:BU8773, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 15‑05‑2012
ECLI:NL:HR:2012:BU8773, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 15‑05‑2012
Beroepschrift, Hoge Raad, 12‑07‑2011
- Wetingang
EVRMart. 6 lid 3 sub c; Sv art. 28 en 29
Essentie
Verdachte, aangehouden wegens het voorhanden hebben van een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, zegt tijdens het transport naar het politiebureau uit eigen beweging dat hij "iets heel ergs had gedaan". Vervolgens heeft hij, nadat de verbalisant aan hem had gevraagd "wat hij dan gedaan had", geantwoord dat de politie "dan maar moest gaan kijken op de Floris Burgwal" en "dat hij daar zijn vriend had doodgestoken". Het hof heeft kunnen oordelen dat de door de verbalisant in het politievoertuig aan de verdachte gestelde vragen niet kunnen worden aangemerkt als vragen betreffende diens betrokkenheid bij een geconstateerd strafbaar feit ten ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.