RvdW 2015/214
De omstandigheid dat de inhoud van het proces-verbaal van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg niet aan de daaraan ex art. 326 Sv te stellen eisen voldoet, kan niet leiden tot niet-ontvankelijkheid van het OM in de vervolging.
HR 20-01-2015, ECLI:NL:HR:2015:94
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
20 januari 2015
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, B.C. de Savornin Lohman, H.A.G. Splinter-van Kan
- Zaaknummer
13/06374
- Conclusie
A-G mr. A.E. Harteveld
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2015:94, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 20‑01‑2015
ECLI:NL:PHR:2014:2689, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 18‑11‑2014
Essentie
De omstandigheid dat de inhoud van het proces-verbaal van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg niet aan de daaraan ex art. 326 Sv te stellen eisen voldoet, kan niet leiden tot niet-ontvankelijkheid van het OM in de vervolging.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Den Haag van 20 november 2013, nummer 22/000301-13, in de strafzaak tegen: [verdachte].
Conclusie
Conclusie A-G mr. A.E. Harteveld:
1.
Het Gerechtshof Den Haag heeft het Openbaar Ministerie bij arrest van 20 november 2013 niet-ontvankelijk verklaard in de vervolging van de verdachte. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.