RFR 2007, 140
Erfrecht. Staat gezag van gewijsde in de weg aan geldend maken van rechten op nalatenschap van degene, wiens vaderschap gerechtelijk is vastgesteld?
Hof Leeuwarden 10-10-2007, ECLI:NL:GHLEE:2007:BB5298
- Instantie
Hof Leeuwarden
- Datum
10 oktober 2007
- Magistraten
Mrs. F.J. Streppel, T.R. Hidma, L.C.A. Verstappen
- Zaaknummer
0500002
0500100
- LJN
BB5298
- JCDI
JCDI:ADS871271:1
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Onbekend (V)
Personen- en familierecht / Afstamming en adoptie
Internationaal belastingrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:GHLEE:2007:BB5298, Uitspraak, Hof Leeuwarden, 10‑10‑2007
- Wetingang
BW art. 1:207; EVRM art. 8; EVRM 1e Protocol art. 1
Essentie
Staat het gezag van gewijsde in de weg aan het geldend maken van rechten op de nalatenschap van degene, wiens vaderschap gerechtelijk is vastgesteld? Zijn erfgenamen aan te merken als derden te goeder trouw in de zin van art. 1:207 BW? Vanaf welke datum hadden erfgenamen rekening moeten houden met afgifte van de nalatenschap?
Samenvatting
Na het overlijden van een notaris stelt X dat hij diens zoon is. In 1992 heeft hij een verklaring voor recht gevorderd, dat hij enig erfgenaam is van de notaris. Deze vordering is in drie instanties afgewezen nu hij niet in ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.